donderdag 8 april 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Feria V infra octavam Paschæ Baptisma, signum passionis Christi. Het Doopsel, het teken van het Lijden van Christus.


Ad Officium lectionis


Lectio altera

Ex Catechésibus Hierosolymitánis
(Cat. 20, Mystagogica 2, 4-6: PG 33, 1079-1082)

Tweede lezing

Uit het catechetisch onderricht van de H. Cyrillus van Jeruzalem
Cat. 20, Mystagogica 2, 44: PG 33, 1079-1082
Het Doopsel, het teken van het Lijden van Christus
Gij zijt naar het heilig bad van het goddelijk Doopsel geleid, zoals Christus openlijk van het kruis naar het graf werd gedragen.
En eenieder van u werd ondervraagd, of hij geloofde in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Gij hebt uw heilzame belijdenis gedaan en werd driemaal ondergedompeld en zijt weer uit het water opgerezen; en hier hebt gij in beeld en symbool de drie dagen van Christus in het graf aangeduid.
Want zoals onze Verlosser drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verbleef, zo hebt gij met de eerste oprijzing uit het water de eerste dag en met de eerste onderdompeling de eerste nacht uitgebeeld, die Christus in de aarde doorbracht. Want zoals hij, die in de nacht ergens verblijft, niet langer kan zien, maar overdag in het licht wandelt, zo hebt gij bij de onderdompeling als in de nacht niets gezien, maar bij de oprijzing uit het water zijt gij als in het daglicht geplaatst; en op hetzelfde moment waart gij dood en geboren, en dat heilzame water werd voor u zowel een graf, als een moeder.
En wat Salomon van andere levensomstandigheden zegt, is uitstekend op u van toepassing. Want hij zei: Er is een tijd voor het baren en een tijd om te sterven. Voor u is dat juist omgekeerd: er is een tijd om te sterven en een tijd om geboren te worden; hier heeft de ene tijd beide bewerkt, en met uw dood viel uw geboorte samen.
O, wat een nieuw en ongehoord soort van dingen! Wij zijn niet in werkelijkheid gestorven noch echt begraven, noch als waarlijk gekruisigd verrezen; maar door het beeld werd de nabootsing ervan uitgedrukt; maar in werkelijkheid is ons heil hieruit geboren.
Christus is waarlijk gekruisigd, waarlijk begraven en waarlijk verrezen; en door de genade werd ons dit alles gegeven, opdat wij, die door de uitbeelding deelachtig geworden zijn aan zijn lijden, in waarheid het heil zouden verwerven.
O, wat een uitbundige liefde tot de mensen! Christus heeft in zijn onbesmette handen en voeten de spijkers ontvangen en de pijn doorstaan: en aan mij, onervaren in smart en lasten, schenkt Hij door de deelname aan zijn smarten het heil.
Laat niemand dus menen, dat de Doop enkel bestaat in de vergiffenis van de zonden en in de genade van de aanneming, zoals dit het geval was met het doopsel van Johannes, dat alleen vergiffenis van zonden schonk.  Wij weten integendeel heel beslist, dat zoals ons Doopsel de kracht bezit om de zonden af te wassen en ons de gave schenkt van de Heilige Geest, het ook een beeld is en de uitdrukking van het lijden van Christus. Want daarom roept ook Paulus hier terecht uit: “Gij weet toch, dat het Doopsel, waardoor wij met Christus Jezus in gemeenschap zijn getreden, ons heeft doen delen in zijn dood? Door de Doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven”.