maandag 29 maart 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomada Sancta, Feria III Una est pro mundo mors, et una ex mortuis resurrectio. Er is één dood voor de wereld, en één verrijzenis uit de doden.


Ad Officium lectionis


E Libro sancti Basilíi Magni epíscopi De Spíritu Sancto

(Cap. 15, 35: PG 32, 127-130)


Tweede lezing

Uit het Boek over de Heilige Geest van de H. Basilius, bisschop

Er is één dood voor de wereld, en één verrijzenis uit de doden

Het plan van onze God en Behoeder omtrent de mens komt neer op een herstel na de val, en een terugkeer naar de gemeenzaamheid met God na de vervreemding, die de ongehoorzaamheid teweeg bracht. Vandaar: de komst van Christus in het vlees, zijn evangelisch voorbeeld van omgang met de mensen, zijn smarten, het kruis, de begrafenis en de verrijzenis, opdat de mens, die zalig wordt door de navolging van Christus, de vroegere aanneming tot kind van God terug zou ontvangen.
Daarom moeten wij, om tot de volmaaktheid te komen, Christus navolgen, niet alleen in de voorbeelden die Hij ons in zijn leven heeft getoond van zachtmoedigheid, nederigheid en geduld, maar ook van zijn dood, zoals Paulus, navolger van Christus, zegt: Gelijkvormig geworden met zijn dood, opdat ik eens mag komen tot de wederopstanding uit de doden.

Hoe geraken wij nu tot die gelijkvormigheid met zijn dood? Wij zijn met Hem begraven door het Doopsel. Wat is dan die wijze van begraven, of wat is de vrucht van het navolgen van Hem? Op de eerste plaats moeten wij onze vroegere levenswijze beëindigen. Maar dit kan niemand bereiken, als hij niet volgens het woord van de Heer opnieuw geboren wordt, aangezien de wedergeboorte, zoals het woord al zegt, het begin is van een ander leven. Voor we dus met dat andere leven beginnen, moeten we een eind maken aan het vroegere. Want zoals zij, die het einde van de renbaan bereikt hebben, zich omkeren, even stilstaan en rusten tussen de bewegingen in tegenovergestelde richting, zo schijnt het ook bij verandering van leven nodig dat de dood tussenbeide komt tussen het vroegere en latere leven. De dood maakt dan een einde aan het voorafgaande en doet het volgende beginnen.

Hoe bereiken wij dan de nederdaling ter helle? Door Christus’ begrafenis na te volgen bij het doopsel. Want de lichamen van hen die gedoopt worden, worden in zekere zin in het water begraven. Vervolgens verzinnebeeldt het Doopsel op geheimzinnige wijze het afleggen van de werken van het vlees, naar het woord van de Apostel: Gij hebt een besnijdenis ontvangen, een onzichtbare, die bestaat in het afleggen van het lichaam der zonde, de besnijdenis van Christus, met Hem begraven in het Doopsel. En het Doopsel reinigt de ziel in zekere zin van het vuil waarmee ze door de zinnelijkheid was besmet, volgens het Schriftwoord: Gij zult mij reinigen, en ik zal witter worden dan sneeuw. Daarom kennen wij maar ‘’en heilzaam Doopsel; omdat er maar één dood is voor de wereld en één verrijzenis uit de doden, waarvan het Doopsel het zinnebeeld is.