maandag 14 januari 2019

Uit de catechismus van de Katholieke Kerk over De Goede Herder

 "De kerk is immers de schaapsstal waarvan Christus de enige en noodzakelijke toegangsdeur is. Zij is ook de kudde waarvan God zelf op voorhand heeft aangekondigd dat Hij de herder zou zijn. De schapen van deze kudde worden, ook al staan er menselijke herders aan hun hoofd, toch voortdurend geleid en gevoed door Christus zelf, de Goede Herder en de opperherder, die zijn leven heeft gegeven voor zijn schapen. [(Joh. 10, 11-15)"

Dit koninkrijk wordt voor de mensen zichtbaar door het woord, de daden en de tegenwoordigheid van Christus. Het woord van Jezus ontvangen is "het koninkrijk zelf ontvangen".  De "kleine kudde" (Lc. 12, 32) bestaande uit hen die Jezus rondom zich is komen samenroepen en van wie Hijzelf de herder is, is de kiem van het begin van het koninkrijk. Zij vormen de echte familie van Jezus. Aan hen die Hij zo rondom zich heeft verzameld, heeft Hij een nieuwe "manier van handelen", maar ook een eigen manier van bidden geleerd.

Vindplaats en annotatie met dank aan rk.documenten.nl