zondag 2 januari 2022

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Die 3 ianuarii Sancti Nominis Iesu, memoria Ad Officium lectionis Magnum fidei fundamentum Nomen Iesu. Jezus’ Naam is het grote fundament van het geloof.




Lectio altera
Ex Sermónibus sancti Bernardíni Senénsis presbýteri
(Sermo 49, cap. 1: Opera Omnia, IV, 495 ss.)
Magnum fidei fundamentum Nomen Iesu
Hoc quidem est illud sanctíssimum Nomen quod tantum fuit ab antíquis pátribus desiderátum, tantis anxietátibus exspectátum, tantis languóribus prolongátum, tantis suspíriis invocátum, tantis lácrimis postulátum, sed témpore grátiæ misericórditer est donátum. Abscónde, quæso, nomen poténtiæ, non audiátur nomen vindíctæ, teneátur nomen iustítiæ. Da nobis nomen misericórdiæ, sonet nomen Iesu in áuribus meis, quia tunc vere vox tua dulcis et fácies tua décora.
Magnum ígitur fídei fundaméntum nomen Iesu effíciens fílios Dei. Fides enim cathólicæ religiónis consístit in notítia Iesu Christi et lúmine, qui est lumen ánimæ, óstium vitæ, fundaméntum salútis ætérnæ. Hanc si quis non habúerit aut relíquit, véluti sine lúmine per ténebras noctis vadit et clausis óculis per discrímina præcipitánter incédit, et quantacúmque ratiónis eminéntia fúlgeat, ducem séquitur cæcum, dum ad intelligénda secréta cæléstia próprium séquitur intelléctum, aut, fundaménto neglécto, constrúere nítitur domum, aut, óstium prætermísso, vult intráre per tectum. Fundaméntum ígitur istud Iesus est, lumen et óstium, qui se viam monstratúrus errántibus, fídei lumen exhíbuit ómnibus, per quam posset Deus ignótus requíri, quæsítus credi, créditus inveníri. Fundaméntum hoc susténtat Ecclésiam in Iesu nómine fabricátam. Nomen Iesu est splendor prædicántium, eo quod luminóse splendére, annuntiáre et audíre fáciat verbum suum. Et unde putas in toto orbe tanta et tam súbita atque fervens fídei lux, nisi de prædicáto Iesu? Nonne et huius nóminis luce ac sapóre Deus nos vocávit in admirábile lumen suum? Quibus illuminátis et in lúmine isto vidéntibus lumen mérito Apóstolus dicat: «Erátis aliquándo ténebræ, nunc autem lux in Dómino: ut fílii lucis ambuláte».
O ígitur nomen gloriósum, o nomen gratiósum, o nomen amorósum et virtuósum! Per te crímina relaxántur, per te adversárii superántur, per te infírmi liberántur, per te patiéntes in adversitátibus roborántur et iucundántur! Tu credéntium honor, tu prædicántium doctor, tu operántium roborátor, tu deficiéntium sustentátor. Igneo fervóre et calóre tuo desidéria inardéscunt, postuláta suffrágia impetrántur, inebriántur ánimæ contemplántes atque per te glorificántur omnes in cælésti glória triumphántes. Cum quibus, dulcíssime Iesu, per hoc sanctíssimum nomen tuum conregnáre nos fácias. 

Tweede lezing
Uit een preek van de heilige Bernardinus van Siena, priester
(Sermo 49, art. 1, Opera Omnia, IV, 495ss.)
Jezus’ Naam is het grote fundament van het geloof.
Dit is die allerheiligste Naam, waarnaar door de oude vaders zo verlangend is uitgezien, die zo vol spanning werd verwacht, waarvan de komst door zoveel menselijke zwakheid werd uitgesteld, die met zoveel verzuchtingen werd aangeroepen, waarnaar met zoveel tranen werd verlangd, maar die in de tijd van genade door Gods barmhartigheid tot ons mocht komen. Wek niet, zo smeek ik, bij het horen van die Naam de gedachte aan macht, laat ons die Naam niet horen als de naam voor wraak, maar laat hij staan voor gerechtigheid. Schenk ons de Naam als de naam van barmhartigheid en laat de Naam van Jezus klinken in mijn oren, want dan is uw stem waarlijk zoet om te horen en uw gezicht aantrekkelijk om te zien.
Daarom is Jezus’ Naam het grote fundament van het geloof, dat ons tot kinderen van God maakt. Het geloof van de katholieke godsdienst bestaat immers in de kennis en het licht van Jezus Christus, die het licht van de ziel is, de deur naar het leven en het fundament van eeuwig heil. Mocht iemand dit licht niet bezitten of het hebben verlaten, dan gaat hij als het ware zonder licht door het duister van de nacht en trekt hij door de gevaren heen blindelings voort, zijn ondergang tegemoet; en zolang hij om de hemelse geheimen te doorgronden zijn eigen intellect gebruikt, volgt hij, hoezeer hij ook uitblinkt door een uitmuntend verstand, een blinde leider, of anders gezegd, poogt hij een huis te bouwen, terwijl hij geen acht slaat op het fundament, of wil hij door het dak binnenkomen, terwijl hij de deur overslaat. Dit fundament, dit licht en deze deur is derhalve Jezus, die, om aan dwalenden te laten zien dat Hij de weg is, aan allen het licht heeft laten zien van het geloof waardoor het mogelijk was om naar God op zoek te gaan zonder Hem te kennen, in Hem naar wie gezocht werd, te geloven en Hem, in wie geloofd werd, te vinden. Dit fundament ondersteunt de Kerk die in Jezus’ Naam is opgebouwd. De Naam van Jezus is de glans van een predikant, omdat de Heer zijn woord in een stralend licht laat verkondigen en horen. En waarvandaan, denkt u, komt over de hele aarde dat grote, zo plotselinge en hevige licht van het geloof? Toch alleen door de prediking van Jezus? Is het niet eveneens door de lieflijke glans van die Naam dat God ons geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht? Als wij verlicht zijn en in dat licht het Licht aanschouwen, kan de Apostel terecht tegen ons zeggen: ‘Eens waart gij in duisternis, nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer. Leeft dan ook als kinderen van het licht.’

Naam vol van heerlijkheid, Naam vol van genade, Naam vol van liefde en deugd! Door U worden de zonden uitgewist, door U worden de vijanden overwonnen, door U worden de zwakken bevrijd, door U worden de geduldigen bij hun tegenslagen gesterkt en vinden zij hun vreugde! U bent de eer van hen die geloven, de leraar van hen die prediken, U geeft kracht aan hen die werken, en ondersteunt wie dreigen te vallen. Door uw vurige ijver en gloed ontvlammen de verlangens, worden de verlangde genadegaven verkregen, worden beschouwende zielen gelaafd. Door U worden allen die in de hemelse heerlijkheid de overwinning vieren, verheerlijkt. Laat ons, algoede Jezus, met hen heersen door uw allerheiligste Naam.