dinsdag 7 december 2021

8 december Onbevlekte Ontvangenis van Maria, patrones van het bisdom Roermond



 Francisco de Zurbarán: Onbevlekte Ontvangenis, 1628-1630.
Olieverf op linnen, 128 cmx89 cm, Prado, Madrid
De H. Maagd Maria is afgebeeld met de handen biddend gevouwen en omringd door een aantal symbolen uit de litanie van Loreto, die verwijzen naar haar deugden.

"Het hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis van de heilige Maagd Maria, die waarlijk vol van genade is en de gezegende onder de vrouwen", aldus het Romeinse Martyrologium. "In het vooruitzicht op xde geboorte en de heilzame dood van Gods Zoon bleef zij op het ogenblik zelf van haar ontvangenis door een bijzonder voorrecht van God gevrijwaard van iedere smet van de erfzonde, zoals het door paus Pius IX op deze dag plechtig werd gedefinieerd als een vaststaand dogma op grond van een overgeleverde oudere leer.

Vanaf de eerste tijden van het christendom heeft de Kerk deze waarheid aangevoeld en weldra begon men dit unieke voorrecht te vieren, eerst in het Oosten, later ook in het Westen. Op 8 december 1854 als dogma van het katholiek geloof plechtig afgekondigd, werd deze uitspraak als het ware door Maria zelf bekrachtigd, toen zij vier jaar later te Lourdes op de vraag van Bernadette, wie zij was, antwoordde: "Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis".

Eeuwenlang reeds gevierd had deze leer zijn voor- en tegenstanders. Tot de verdedigers van dit voorrecht van Maria wordt ook de beroemde Roermondenaar, Dionysius de Kartuizer (Rijkel, circa 1402-1403 - Roermond, 12 maart 1471), gerekend (Opera omnia VI, Comm. in ps.118, art. 29, aleph). Uitgaande van de stelling, die ook later de H. Alfonsus de Liguori zou onderschrijven:"Door geen der meest bevoorrechte schepselen wordt Maria overtroffen; zelfs is zij onuitsprekelijk meer bevoorrecht dan alle bevoorrechte heiligen, zodat alle waardigheden en genaden, aan hen geschonken, haar in hogere mate zijn toebedeeld".

In het persoonlijk leven van Joannes Augustinus Paredis [1795-1886], eerste bisschop van het 2e bisdom Roermond [1853-heden], heeft de Mariaverering steeds een grote plaats ingenomen. Omdat de verering van Maria van oudsher een vanzelfsprekendheid was, sloot de dogmaverklaring van de Onbevlekte Ontvangenis van de allerheiligste Maagd in 1854 goed aan bij het streven van bisschop Paredis de geloofsinhoud ingebed in talrijke tradities op aansprekende wijze over te dragen. In het jaar, waarin zijn vicariaat tot bisdom verheven werd, wijdde hij Limburg onder deze titel toe aan de Moeder des Heren. Hij bleef dit geloofsgeheim benadrukken en vroeg zijn geestelijken met grote plechtigheid de herdenking ervan te vieren (vgl. J.M. Gijsen, Joannes Augustinus Paredis 1795-1886, bisschop van Roermond en het Limburg van zijn tijd).

Het feest van 8 december is tevens de dies natalis van het priesterseminarie Rolduc. Vandaag is het de 41e verjaardag sinds de herstart  in 1974.

Kerken in het bisdom Roermond onder het patronaat van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen vindt men o.a. in:
Amstenrade, bouwperiode 1852-1856 (Carl Weber); Venlo, 1911 (Pierre Cuypers); Rijckholt, gebouwd 1882 als dominicaner kloosterkerk en voor buurtbewoners,2009 aan de eredienst onttrokken; Terwinselen, 1921 (Hubert van Groenendael) en te Pey-Echt, in 1859. (Pierre Cuypers). Op 10 december 1861 werd deze kerk ingezegend mgr. Paredis.

In de Orde van het H.Graf stond Maria in hoge eer. In de 12e eeuw werden zeker vijf Mariafeesten gevierd. In een 15e eeuws Antiphonale in gebruik in de priorij in Sint Odiliënberg bij het Getijdengebed staat op folio 286 het feest "In Conceptione B.M.Virginis" vermeld te vieren als "totum duplex", met een octaaf.

De communiteit van Priorij Thabor wijdt zich tweemaal per jaar, namelijk op het Hoogfeest van Maria Boodschap (25 maart) en op het Hoogfeest van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen (8 december) toe aan de H. Maagd Maria.
De diepe, eeuwenoude devotie tot de H. Maagd in de Orde werd nog versterkt werd door de Verhandelingen van de H. Grignion de Montfort over de devotie tot Onze-Lieve-Vrouw. Eerst aan het begin van de 20e eeuw werd deze toewijding of opdracht in de Priorij in Turnhout ingevoerd en tot op de dag van vandaag wordt deze opdracht als zinvol beleefd.