zaterdag 9 november 2019

Collecte-gebed van de 32e zondag door het jaar: "vrij naar lichaam en geest, onbelemmerd Gods wil volbrengen"

Het collecte-gebed van de 32ste  zondag (gebed na het Gloria) - dat ook het gebed is van het Lezingenofficie in het Getijdenboek op dezelfde zondag en de dagen van de lopende week  (tenzij er een eigen gebed is) - stamt uit het Gelasianum Vetus (Vat. Reg. Lat. 316), een sacramentarium uit de eerste helft van de 8e eeuw. Morgen wordt het hoogfeest van de Kerkwijding van de Basiliek van Sint Jan van Lateranen gevierd, welk feest ook gelet op zijn ouderdom en de voorname plaats die de kerk inneemt in de geschiedenis van de Kerk van hoger rang is dan een gewone zondag door het jaar.

In het preconciliaire Romeinse Missaal stond dit gebed als collecte op de 19e zondag na Pinksteren en het werd integraal overgenomen in het Romeinse Missaal van paus Paulus VI.

Omnipotens et misericors Deus, universa nobis adversantia propitiatus exclude,
ut, mente et corpore pariter expediti, quæ tua sunt liberis mentibus exsequamur. Per Dominum…

Almachtige en barmhartige God, wend in uw goedheid alle onheil van ons af en laat ons, vrij naar lichaam en geest, onbelemmerd uw wil volbrengen. Door onze Heer…
(Nederlandse vertaling Romeins Missaal)

Bij een eerste vluchtige blik lijkt dit gebed wellicht te appelleren aan de almacht en barmhartigheid van God, om degene die bidt van een gemakkelijker leven te verzekeren. Maar het doel van dit gebed heeft niets met zelfzucht te maken. Het gaat er immers om de Wil van God te kunnen vervullen met een vrij hart. Het is een echo van het Onze Vader: “Uw Wil geschiede op aarde, zoals in de hemel!”

Als om "vrijheid van hart" (liberis mentis) wordt gevraagd, betekent “vrij” hier ook niet vrijheid van een of andere dwang van de kant van God, maar om bevrijd te worden van bekoringen en hindernissen, opdat de biddende tijdens het leven hier op aarde met vreugde wil gehoorzamen aan Gods geboden. Het zijn fysieke en geestelijke belemmeringen of beheptheden die het voortgaan op de weg naar God  in de weg staan.

Met het onheil dat God gevraagd wordt af te wenden, wordt ook gedoeld op vijandige invloeden die de werking van de Wil van God in ons leven blokkeren.

Laten we bidden dat wij in ons leven "vrij naar lichaam en geest, onbelemmerd Gods wil volbrengen".