donderdag 7 oktober 2021

Hulde aan Jan van Abroek! Op 8 oktober ... 540 jaar geleden .... werden op de Kerkberg drie novicen geprofest en drie postulanten ingekleed

Vandaag…
540 jaar geleden,
op zondag 8 oktober 1480,
werden in de kerk van Sint Odiliënberg
drie novicen geprofest en drie postulanten ingekleed
door prior Jan van Abroek, kanunnik van het Heilig Graf,
hervormer van de Orde van het Heilig Graf (Ordinis Sancti Sepulcri)
en stichter van de Sepulcrinessen in de Nedergermaanse ordesprovincie.

Jan van Abroek, geboren in Beek onder Bree (B)
ontving zijn kloosterlijke vorming
in de O.L.Vrouwepriorij van de Heilig-Graforde (1312-1731)
te Henegouw onder Hasselt.

Zijn filosofische en theologische vorming
als voorbereiding op het priesterschap
voltooide hij aan de universiteit in Keulen
en onderweg van Keulen naar Bree via Roermond,
waar zijn zus Clementia (Meijntz) als faliezuster
in het klooster Ten Bongaert leefde
onder de Regel van Sint Augustinus,
bracht hij een bezoek aan het munster
op de Sint Petrusberg (nu Sint Odiliënberg).
Getroffen door het verval van het verlaten munster,
voelde hij zich als het ware geroepen
dáár zijn priesterideaal te gaan beleven
en kerk en klooster te herstellen.

Na zijn professie kreeg hij verlof om naar Sint Odiliënberg te gaan,
herstelde daar de vervallen kerk en kloostergebouwen,
werd in 1469 priester gewijd 
en was in 1471 de eerste prior van de door hem opgerichte
nieuwe stichting van reguliere kanunniken van het H.Graf.

De Sint Petersberg was met bijbehorende goederen in 1437
door het H.Geestkapittel van Roermond
aan de Orde van het Heilig Graf geschonken
welke schenking in 1442 door Frederik III,
koning van het Rooms-Duitse Rijk (1440-1452)
werd bekrachtigd.
In deze schenking was bepaald dat op de Sint Petersberg
een vrouwenklooster van het H.Graf
moest worden opgericht.
Uit een akte van 1471 blijkt dat de kerk was gerestaureerd
en een vrouwenklooster voor Sepulcrinessen was geopend.
De communiteit bleek te weinig levensvatbaar,
het klooster ging te niet.

Met Jan van Abroek kwam er nieuw leven
en ook klonken weer vrouwenstemmen op de berg.
Met de zus van prior Jan van Abroek, Clementia,
begonnen Catharina van Bruggen en Catharina van Wert
aan hun opleiding en namen hun intrek
in het gastenhuis voor vrouwen op de kerkberg,
dat hun zou dienen als noviciaatshuis.
Bij deze eerste drie kandidaten voegden zich
nog drie andere postulanten.
Ze hadden een dagregeling analoog
aan die van de kanunniken.

Op zondag 8 oktober 1480 legden
de drie eerstgenoemden hun kloostergeloften af
voor prior Jan van Abroek
als vertegenwoordiger van de Orde
en werden de drie anderen ingekleed.

Op maandag 9 oktober reisde het zestal
per huifkar naar Kinrooi en ging wonen
in het voormalige kanunnikenklooster
“Onze Lieve Vrouw van Jeruzalem”.
Daarmee was de oprichting
van het eerste Heilig-Grafs vrouwenklooster
 in de Nederlanden voltrokken.

De opvolgsters van deze eerste communiteit
zouden de volgende eeuwen
via de Sepulcrinessenkloosters
van Nieuwstadt, van Maaseik, Luik, Visé,
Maastricht, Hasselt en Bilzen in 1888
de weg naar Sint Odiliënberg  terugvinden
waar zij nu leven, bidden en werken
in de Thaborpriorij,  IN LUMINE TUO.

Dit is het devies van de priorij:
In Uw Licht, zien wij het licht,
(vers 10 van psalm 35).

De afbeelding geeft de ceremonie weer
van de eerste en feestelijke professie.
Dit tafereel was geschilderd op een
van de muren van het priesterkoor
van de door pastoor Michael Willemsen
gerestaureerde kerk (1880-1886).
Toen in januari 1945 de beide torens
werden opgeblazen door de terugtrekkende Duitsers
werden priesterkoor, beide koorkapellen en middenschip
volledig verwoest.
Gelukkig had een zuster van het H.Graf te Turnhout
de schildering tijdens de oorlog nageschilderd
en van deze kopie is bijgaande foto een afdruk.