vrijdag 15 oktober 2021

Jean Provost. Ecce Homo overweging van Teresia van Avilla



 Jan Provost, Ecce Homo. Eind XVe eeuw. 
Olieverf op hout, 45cm x 30cm
Diocesaan Museum, Palencia

Mijn ziel was stilaan vermoeid. Maar hoe ik het ook verlangde, mijn slechte gewoonten lieten haar geen rust. Tot ik, op zekere dag, bij het betreden van het oratorium (gebedsplaats) een beeld zag. Het werd er bewaard voor een feest  dat in het klooster gevierd werd.  Het stelde Christus voor met wonden overdekt en stemde werkelijk tot godsvrucht. Hem zó te zien, ontroerde me diep. Het toonde zo duidelijk wat Hij voor ons geleden heeft. Ik leed onder mijn grote tekort aan erkentelijkheid voor zoveel smartelijke wonden en dacht dat mijn hart brak. Ik wierp me voor Hem neer, schreide overvloedige tranen, en bad om eens en voor altijd gesterkt te worden, zodat ik Hem nooit meer zou  beledigen.

Het zijn de woorden van de heilige Teresa, uit hoofdstuk 9 uit het Boek van haar Leven. Het is een reactie die het schilderij boven, bewaard in het Diocesaan Museum van Palencia, toegeschreven aan Jan Provost, afkomstig uit de parochie van de Heilige Magdalena van Población de Campos (bisdom Palencia) had kunnen oproepen.

De gestalte van Christus straalt verheven sereniteit uit, hoop en mysterie. Zoals de profeet Jesaja zegt: “door zijn striemen zijn wij genezen”. De Heer werd door Pilatus aan het gepeupel uitgeleverd met de woorden: zie hier de Mens. Inderdaad, in de passie van Christus zien we niet alleen waartoe de mens in zijn wreedheid in staat is, maar vooral, wat de Nieuwe Mens, Christus de Verlosser, voor ieder van ons, zondaars, doet.

De biddende reactie van de heilige Teresa bij het beschouwen van het beeld van de lijdende Christus nodigt ons uit, ook vandaag de dag, om hetgeen ons van Christus, scheidt te berouwen, van Hem, die voor ons op zulk een wijze en in zulke mate heeft geleden.