vrijdag 2 april 2021

Paaszaterdag Wake bij het Graf De Gekruisigde leeft!


De Orde van het Heilig Graf heeft door haar oorsprong een bijzondere binding met de Heilig Grafkerk in Jeruzalem, waar bij het Graf van de Verrezen Heer de gedachtenis aan het Paasmysterie van lijden, dood en verrijzenis steeds levend is gehouden. Daarom vormt het Paasmysterie en onze deelname daaraan de kern van onze spiritualiteit.
Het Paasmysterie bewerkt in ons nieuwheid van leven en dezelfde gezindheid die was in Christus Jezus, om de Vader dank te kunnen brengen voor Zijn onuitsprekelijke gave en maakt ons werktuig van de Geest tot heil van de medemens (vgl. Rom 6,4; Fil 2,5 en 2 Kor 9,15).
Wij zijn geestelijke erfgenamen van de Regulieren Kanunniken van het heilig Graf, van de Verrijzenis te Jeruzalem, voor wie de Verrijzenis bron was van hun leven en apostolische dienstbaarheid.
Door deze oorsprong zijn wij in zekere zin ook erfgenamen van die eerste vrouwen rond het graf van de Heer, die ooggetuigen waren van Zijn leven, lijden, dood en graflegging (Mt 27,55-56). Zij waren degenen die openstonden om het Licht van de Verrezene te ontwaren en aan wie de zending werd toevertrouwd “Gaat terstond op weg en zegt aan Zijn leerlingen dat Hij is opgewekt uit de doden” (Mt 28, 1 e.v.).

Geen Paasviering zonder stil te staan bij Zijn Graf. Hier kunnen we, als we ons daarvoor ontvankelijk maken, het zwijgen van het Woord horen, wat Jezus ons zeggen wil tussen de duisternis van Golgotha en het vroege morgenlicht van die eerste dag van de grote Sabbatweek. De slapende wachters worden niets gewaar. Geconfronteerd met het Graf stuiten we op de paradox, de schijnbare tegenstelling tussen de concrete realiteit van de dood en het leven, onheil en heil; met leegte en volheid, met de grafsteen en de levende Geest; met wanhoop en hoop; met “hier”en “niet hier”.
Het Graf van de Heer herinnert ons aan de gekruisigde, “nedergedaald ter helle”. Tot in de diepste Godverlatenheid. Laatste consequentie voor de Herder om het verlorenen te bevrijden en terug te brengen naar het Leven. Liefde “tot het uiterste” – zichtbaar makend wat Mozes mocht horen bij het “brandende medelijden van God” van Exodus 3, 7-8: “Ik heb de ellende van mijn volk terdege gezien. Ik ken hun smarten. Daarom ben ik neergedaald”. En wat dit “neergedaald” betekent horen we door de profeet Jesaja (53, 6 e.v.) ”men plaatste zijn graf bij de goddelozen”. Het is Liefde die zich identificeert met de geringsten (Mt 25,31 e.v.), met hen die leven in het rijk van de dood. Het is de liefde die openstaat tot leven.  Stilstaan bij het Graf betekent dan: met Hem neerdalen en ons degenen herinneren die in onze dagen ter dood worden gebracht, die neergeslagen zijn – en daar niet in berusten. Stilstaan bij het Graf betekent ook de moed om ons van onze eigen duisternis van lamlendigheid, traagheid, wegkijken te laten bevrijden. Met welk doel?  Om van de Verrezen Heer de kracht tot liefde te ontvangen, het branden van mededogen.

Pasen vieren is dus niet vrijblijvend, maar een krachtige en blijvende impuls om ons steeds in de kern te vernieuwen. Dan kan ook de opdracht van de vrouwen bij het Graf worden vervuld: “Gaat en verkondigt dat de Gekruisigde leeft!”