woensdag 5 januari 2022

Paus Benedictus XVI 6 januari - Openbaring des Heren - Drie Koningen

Uit een toespraak van paus Benedictus XVI op 5 januari 2011:

Het Kerstfeest fascineert vandaag evenzeer als vroeger, meer dan andere Kerkelijke feesten; het fascineert omdat iedereen enigszins aanvoelt dat Jezus’ geboorte te maken heeft met de diepste verzuchtingen en de hoop van de mens. De consumptiementaliteit kan ons van dit innerlijke heimwee verwijderen maar als men in zijn hart verlangt dit Kind te ontvangen dat het nieuwe brengt van God, namelijk dat Hij gekomen is om ons de volheid van leven te geven, dan kunnen de decoratieve lichtjes van Kerstmis in tegendeel de weerschijn worden van het Licht dat bij Gods menswording ontstoken werd.

In de liturgische vieringen van deze heilige dagen hebben wij op een geheimvolle doch reële manier de komst van Gods Zoon in de wereld beleefd en werden wij nogmaals door het licht van Zijn glans verlicht. Iedere viering is een actuele aanwezigheid van het Christusmysterie waarin de heilsgeschiedenis wordt voortgezet. Over Kerstmis zei de heilige Paus Leo de Grote: “Zelfs indien de opeenvolgende lichamelijke handelingen, zoals zij door het eeuwige plan voorzien waren ..., momenteel voorbij zijn, toch aanbidden wij voortdurend dezelfde geboorte uit de Maagd die ons het heil brengt” en hij preciseert: “omdat die dag niet voorbij is alsof de macht van wat toen geopenbaard werd, voorbij is”

De viering van de gebeurtenissen rond de menswording van Gods Zoon is niet een eenvoudige herinnering aan feiten uit het verleden, maar brengen de mysteries aanwezig als dragers van heil. In de liturgie, in de viering van de Sacramenten, worden deze mysteries actueel en worden zij doeltreffend voor ons, vandaag. De heilige Leo de Grote zegt nog: “Al wat de Zoon van God deed en leerde om de wereld te verzoenen, kennen wij niet alleen door het verhaal van de handelingen die in het verleden gebeurd zijn, de dynamiek van die handelingen heeft ook nu op ons uitwerking.”

In de Constitutie over de Heilige Liturgie, benadrukt het Tweede Vaticaans Concilie dat het heilswerk dat Christus tot stand bracht, door de viering van de heilige geheimen voortduurt in de Kerk, dank zij de werking van de Heilige Geest. Reeds in het Oude Testament, op de weg naar de volheid van het geloof, hebben wij het getuigenis over de manier waarop Gods aanwezigheid en werking door tekens worden doorgegeven, bijvoorbeeld door het teken van vuur.

Maar vanaf de menswording heeft iets aangrijpends plaats: de wijze waarop het heilbrengend contact met God plaatshad, wordt radicaal omgevormd en het vlees wordt een instrument tot heil: “Verbum caro factum est”, “het Woord is vlees geworden”, schrijft de Evangelist Johannes en een andere christelijke schrijver uit de IIIe eeuw, Tertulianus, zegt: “Caro salutis est cardo”, “Het vlees is fundament van heil”

Kerstmis brengt reeds de eerstelingen van het “sacramentum – mysterium paschale”, het maakt een begin met het centrale heilsmysterie dat zijn hoogtepunt bereikt in het lijden, de dood en de verrijzenis, want Jezus maakt uit liefde een begin met het offer van zichzelf, vanaf het eerste ogenblik van Zijn menselijk bestaan in de schoot van de Maagd Maria. De Kerstnacht is dus ten diepste verbonden met de grote nachtwake van Pasen, wanneer de verlossing voltrokken wordt in het glorierijke offer van de gestorven en verrezen Heer. De kribbe, als beeld van de menswording van het Woord, roept in het licht van het Evangelieverhaal reeds Pasen op en het is interessant dat op bepaalde iconen van de Geboorte, van de oosterse traditie, Jezus voorgesteld wordt gewikkeld in doeken en neergelegd in een voerbak die de vorm heeft van een graf; een verwijzing naar het ogenblik waarop Hij van het kruis zal genomen worden, in lijnwaad gewikkeld en neergelegd in een graf dat uit de rots gehouwen is

De menswording en Pasen staan niet naast elkaar, maar zijn de twee onafscheidelijke sleutelposities van het ene geloof in Jezus Christus, de mens geworden Zoon van God en Verlosser. Het kruis en de verrijzenis vooronderstellen de menswording. Alleen omdat de Zoon en in Hem, God zelf, werkelijk “neergedaald” is en “vlees geworden is”, zijn de dood en verrijzenis van Jezus gebeurtenissen die ons hedendaags lijken en die ons aangaan, die ons aan de dood ontrukken en voor ons een toekomst openen waarin dit “vlees”, het aardse en vergankelijke bestaan, zal binnengaan in Gods eeuwigheid. In dit één makende perspectief van het Christusmysterie, leidt het bezoek aan de kribbe naar het bezoek aan de Eucharistie, waar wij de gekruisigde en verrezen Christus, de levende Christus, op een reële manier ontmoeten.

De liturgieviering van Kerstmis is dan niet slechts een herinnering, maar vooral een mysterie; zij is niet slechts gedachtenis, maar ook aanwezigheid. Om de zin van deze twee onafscheidelijke aspecten te vatten, dient men heel de Kersttijd innig te beleven zoals de Kerk ze aanbiedt. In ruime zin, strekt zij zich uit over veertig dagen, van 25 december tot 2 februari, van de viering van de Kerstnacht tot het Moederschap van Maria, Epifanie, de Doop van Jezus, de Bruiloft van Kana, de Opdracht in de Tempel, analoog met de Paastijd die een eenheid vormt van vijftig dagen, tot Pinksteren. De manifestatie van God in het vlees is de gebeurtenis waardoor de Waarheid in de geschiedenis werd geopenbaard. Inderdaad, de datum van 25 december, die verbonden is met de idee van de zon die zich manifesteert – God verschijnt als een licht dat nooit ondergaat achter de horizon van de geschiedenis -, herinnert ons eraan dat het niet alleen gaat om een idee, de idee dat God de volheid van het licht is, maar om een werkelijkheid voor ons mensen die zich reeds gerealiseerd heeft en altijd actueel is: vandaag, evenals toen, openbaart God zich in het vlees, namelijk in het “levende lichaam” van de Kerk op pelgrimstocht in de tijd, en Hij geeft ons vandaag in de sacramenten het heil.

De symbolen van de Kerstvieringen, in herinnering gebracht door de lezingen en gebeden, geven aan de liturgie van deze tijd een diepe betekenis van Gods “epifanie” in Zijn mens geworden Christus - Woord, met andere woorden van de “manifestatie” die ook een eschatalogische betekenis heeft, die gericht is op de laatste tijden. Reeds in de Advent waren de twee komsten, de historische komst en die aan het einde van de geschiedenis, rechtstreeks met elkaar verbonden; maar het is bijzonder in de Epifanie en in de Doop van Jezus dat de messiaanse manifestatie gevierd wordt in het perspectief van de eschatalogische verwachting: de messiaanse wijding van Jezus, het mens geworden Woord, door de uitstorting van de Heilige Geest onder zichtbare vorm, leidt de tijd van de beloften naar de voltooiing en maakt een begin met de laatste tijden.

Men dient deze Kersttijd te bevrijden van een te moraliserend en sentimenteel voorkomen. De viering van Kerstmis biedt ons niet alleen voorbeelden tot navolging, zoals de nederigheid en armoede van de Heer, Zijn welwillendheid en liefde voor de mensen; maar is veeleer een uitnodiging om ons geheel te laten omvormen door Hem die in ons vlees is gekomen. De heilige Leo de Grote roept uit: “de Zoon van God … heeft zich met ons verenigd en ons met Hem, zodanig dat de verlaging van God tot in de menselijke conditie een verheffing van de mens wordt tot op Gods hoogte”

De manifestatie van God heeft onze deelname aan het Goddelijk leven als doel, aan de verwezenlijking van het mysterie van Zijn menswording in ons. Dit mysterie is de vervulling van de roeping van de mens. De heilige Leo de Grote legt ons ook het concrete en steeds actuele belang uit van het Kerstmysterie voor het christelijke leven: “de woorden van het Evangelie en de profeten ... ontvlammen onze geest en leren ons de Geboorte van de Heer begrijpen, dit mysterie van het Woord dat vlees geworden is, niet als een herinnering van een gebeurtenis uit het verleden maar als een feit dat zich voor onze ogen afspeelt ... het is alsof ons op het hoogfeest van vandaag nog verkondigd werd: “ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David”

En hij zegt ook: “Erken, christen uw waardigheid en nu ge deelgenoot geworden bent aan de Goddelijke natuur, zorg ervoor dat ge niet terugvalt door een onwaardige levenswandel, van die grootheid terug naar de oorspronkelijke laagte”

Dierbare vrienden, beleven wij deze Kersttijd innig: na de Zoon van God die mens geworden is en neergelegd in de voerbak, aanbeden te hebben, worden wij geroepen naar het offeraltaar waar Christus, het levende Brood dat uit de hemel is neergedaald, zich aan ons geeft als waarachtig voedsel voor het eeuwig leven. En wat wij aan de tafel van het Woord en Brood des Levens met onze ogen gezien hebben, wat wij geschouwd hebben, met onze handen hebben aangeraakt, namelijk het Woord dat vlees geworden is, laten wij het met vreugde aan de wereld verkondigen en er edelmoedig met heel ons leven van getuigen. Ik hernieuw uit heel mijn hart tot u en uw dierbaren mijn oprechte wensen voor het nieuwe jaar en wens u een goed feest van Epifanie.

Vindplaats onder dankzegging: rkdocumenten.nl