maandag 13 september 2021

Liturgia Horarum - Johannes Chrysostomos "wat de natuur te boven gaat, kan enkel in stilte worden geëerd"

Uit een preek van de heilige Johannes Chrysostomus, bisschop van Constantinopel († 407)

De wonderbare geboorte van Gods Zoon.

Een nieuw en ongewoon mysterie aanschouw ik: de klank van herders klinkt mij in de oren. Het is geen ijle melodie die zij eenzaam op hun fluiten spelen, maar zij zingen het hemels loflied. De engelen zingen, de aartsengelen laten hun lied horen, de cherubijnen zingen God lof, de serafijnen prijzen God: allen vieren feest, omdat zij God op aarde zien en de mens in de hemel. Die in den hoge was, zien zij beneden op aarde ter wille van ons heil en die beneden op aarde thuishoort, zien zij boven in de hemel ten gevolge van Gods menslievendheid.
Heden is Betlehem de hemel. In plaats van sterren ontvangt het zingende engelen; in plaats van de zon bezit het onbeperkt de Zon der gerechtigheid. En vraagt mij niet hoe dat kan: waar God het wil, wordt de orde van de natuur overwonnen. Want God wilde het, Hij kon het, Hij is afgedaald, Hij heeft verlost: alles is met God in overeenstemming.
Heden wordt Hij die is, geboren; Hij die is, wordt wat Hij niet was, want als God wordt Hij mens zonder op te houden God te zijn. Hij is niet mens geworden met verlies van zijn godheid, noch is Hij van mens bevorderd tot God, maar terwijl Hij het Woord was en aan geen lijden onderhevig, is Hij vlees geworden, terwijl zijn goddelijke natuur onveranderd bleef.
Die op onuitsprekelijke wijze geboren werd uit de Vader, wordt nu uit een maagd ter wereld gebracht, ook op onbegrijpelijke wijze, omwille van mij. Maar voor alle eeuwen werd Hij volgens zijn natuur geboren uit de Vader, zoals Hij weet die Hem heeft voortgebracht; nu wordt Hij opnieuw geboren tegen de natuur in, zoals de genade van de heilige Geest dat weet. Zijn geboorte in de hemel was een ware geboorte en ook zijn geboorte hier beneden was een geboorte zonder bedrog. Hij werd waarlijk geboren als God uit God, en Hijzelf werd werkelijk als mens geboren uit een maagd. Daarboven in de hemel is Hij de enige uit de ene God, hier beneden is Hij de enige uit de ene Maagd. In beide gevallen is Hij dezelfde: de Eniggeborene.
Dat de Maagd heeft gebaard, weet ik heden; dat God buiten de tijd heeft voortgebracht, geloof ik. Ik heb echter geleerd de wijze van voortbrengen in stilte te eren en ik heb het niet op me genomen deze met woorden uit te pluizen. Bij God moet men niet op de natuur der dingen letten, maar geloven in de macht die erin werkt. Wat volgens de natuur is, kan worden nagevorst, wat echter de natuur te boven gaat, kan enkel in stilte worden geëerd, niet als iets dat moet worden geschuwd, maar als iets onuitsprekelijks, dat waard is in stilte geëerd te worden.