woensdag 30 december 2015

30 december Dum medium silentium…



Dum medium silentium…

Intredezang Misformulier (Boek Wijsheid 18,14-15)
Dum medium silentium tenerent omnia, et nox in suo cursumedium iter haberet, omnipotens sermo tuus, Domine, de cælis a regalibus sedibus venit.

Terwijl een diepe stilte de wereld omsloot en de nacht reeds half verstreken was, kwam uw almachtig Woord, Heer uit de hemel en daalde van zijn koningstroon af.

De Vader zond dit Woord op het einde der tijden. Hij wilde niet langer spreken door een profeet, noch wilde Hij dat hetgeen Hij bedekt meedeelde maar vaag begrepen zou worden, maar het was zijn plan dat zijn Woord zichtbaar zou verschijnen, opdat de wereld, door het Woord zelf te zien, zou worden gered. Wij weten dat dit Woord uit de Maagd een lichaam heeft aangenomen en de oude mens door de nieuwe ontvangenis in zich heeft opgenomen. Wij weten dat dit Woord mens geworden is uit onze stoffelijkheid; want als deze niet uit dezelfde mensheid was voortgekomen zou Hij ons tevergeefs bevolen hebben, Hem als onze Meester na te volgen.
Uit het Traktaat ”De weerlegging van alle ketterijen” van de H.Hippolytus, priester

De woorden van de introïtus van vandaag, zijn de woorden waarmee de auteur van het Boek van de Wijsheid Gods komst, zijn verschijnen en ingrijpen in de paasnacht van het Israëlitische volk schildert. De liturgie van vandaag en van de kersttijd past deze tekst toe op de Menswording van de Logos, die zijn koninklijke troon verlaat om ons te verlossen uit het Egypte van de zonde.
Woorden en melodie zijn van een verheven plechtigheid. Zij geven de geluidloze stilte weer die bij het mysterie past. God komt in deze wereld. Daarom moet de mens zwijgen. Maar niet alleen elk verstorend geluid moet zwijgen, maar ook elk gebed vanuit persoonlijke bekommernis en zorg, het aardse denken. De Logos van God is aanwezig, het Woord van de Vader vervult het heelal. Zijn oneindige boodschap  klinkt door tot de grenzen van de aarde – wij zwijgen en luisteren.