zaterdag 16 april 2022

Paaszondag Collectegebed: “Word wat je ziet en ontvang wat je bent”


We hebben het Triduum Sacrum liturgisch gevierd en beleefd: de instelling van het Priesterschap werd herdacht op Witte Donderdag, Christus, aanwezig in de H. Eucharistie, werd overgebracht van het tabernakel naar een rustaltaar en het altaar werd van linnen ontdaan, de Passie werd gezongen en het Heilig Kruis werd gekust. Onze liturgische dood was voltooid. In de late avond, soms te middernacht begint vandaag het Paasvigilie: er zijn weer bloemen, er is weer instrumentale muziek (orgel) in de liturgie, de klokken luiden vol, de liturgische gewaden zijn wit en goudkleurig na een lange periode van terughoudendheid in de opsmuk. Het Exsultet klonk bij de Paaskaars “Licht van Christus”, en er was helder licht, schijnend in de duisternis. Het doopwater werd gezegend en we zingen eindelijk weer: Alleluia. De geloofsleerlingen (catechumenen) zijn opgenomen in de Kerk of gedoopt, sommigen zijn ook gevormd. Zij ontvingen voor de eerste keer Christus in de Heilige Eucharistie.

Op paaszondag horen we vandaag de Sequentie Victimae paschali laudes over Christus de Koning-Overwinnaar (Victor Rex) en zijn duel met de Dood. Onze Heilige Moeder de Kerk en haar kinderen zijn vernieuwd in het licht van de belofte van de Verrijzenis. Omdat Christus verrezen is, weten we dat ook wij eens mogen verrijzen.

Dit is de tekst van het collecte-gebed van Paaszondag dat zijn oorsprong vindt in het oude Sacramentarium Gelasianum.
Deus, qui hodierna die, per Unigenitum tuum, aeternitatis nobis aditum, devicta morte, reserasti, da nobis, quaesumus, ut, qui resurrectionis dominicae sollemnia colimus, per innovationem tui Spiritus in lumine vitae resurgamus.

In de Nederlandse vertaling van het Romeins Missaal luidt de tekst:
God, vandaag hebt Gij ons de toegang tot het eeuwig leven ontsloten, want uw eniggeboren Zoon heeft de dood overwonnen. Wij vragen U bij deze viering van zijn verrijzenis: vernieuw ons door uw Geest om met Hem te verrijzen tot het licht van het leven.

Opvallend is de alliteratie (beginrijm) de re-klank in reserasti, resurrectionis… resurgamus en de er-klank in hodierna… per… aeternitatis… reserasti. In het tweede deel is sprake van assonantie (klankrijm) op de i-klank dominicae, colimus, tui, spiritus, lumine. Vooral hardop oplezen komt deze rijmstructuur goed tot zijn recht.

Het Latijnse werkwoord colere betekent “in cultuur brengen” zoals bij bebouwing van het land, en het betekent ook “goed voor iets of iemand zorgen”, dat wil zeggen “in ere houden, vereren, aanbidden”. Het wordt gebruikt in de landbouw, maar ook in een religieuze context. Het Latijnse woord “cultus” betekent “eredienst”.

Letterlijke vertaling:
O God, Gij hebt U vandaag nadat de dood was overwonnen, voor ons de poort naar de eeuwigheid geopend door uw Enige Zoon, geef ons, zo smeken wij u, dat wij die eerbiedig het jaarlijkse Hoogfeest van de Verrijzenis van de Heer vieren, eens mogen verrijzen in het Levende Licht, door de vernieuwende kracht van uw Heilige Geest.

Met Pasen vernieuwen wij christenen onze geloofsbelijdenis als “nieuwe mensen”. In het water van het Doopsel gaan wij door de dood naar nieuw leven.

In de vroegere christentijden hadden geloofsleerlingen een lange voorbereidingsperiode, voordat zij werden toegelaten tot de viering van het heilig Mysterie van de Mis. Zij mochten de Schriftlezing en de preek bijwonen, maar moesten vertrekken voor het Eucharistisch gedeelte. In de paaswake stonden de geloofsleerlingen ten overstaan van  de gemeenschap en zeiden zij hun geloofsbelijdenis. Dan werden de deuren voor hen geopend. Gezalfd, gedoopt, gekleed in witte gewaden, mochten zij in het heiligdom staan en voor de eerste keer deelnemen aan de Heilige Eucharistie.

De nieuw gedoopten werden “infantes” genoemd, de “nieuwgeboren kinderen” van de Kerk. Voor hen gebruikte de heilige Augustinus van Hippo (430) aan de landbouw ontleende beelden, wanneer hij het heiligdom van een basiliek vergeleek met een dorsvloer, waar kaf en koren werden gescheiden.

Augustinus leerde de wit geklede “infantes” dat niet alleen brood en wijn van gedaante veranderden (transformeerden), maar dat mensen dat ook doen. Brood wordt gemaakt van vele graankorrels, wijn van veel druiven. Graan en druiven worden door ons veranderd tot brood en wijn, die op hun beurt worden veranderd door God. Wederkerig worden het getransformeerde brood en de getransformeerde wijn aan ons teruggegeven om ons te veranderen. Augustinus onderwees de geloofsleerlingen zichzelf te zien als veranderde mensen, intiem verbonden met en betrokken op de Heilige Eucharistie. “Estote quod videtis, et accipite quod estis… Wordt wat je ziet en ontvang wat je bent (s.272,1). Hij vergeleek de nieuwe christenen met graan, dat werd gezaaid, geoogst, gemalen en gebakken tot brood door menselijke handelingen, en zo voorbereid op de Eucharistie. God plant nieuwe christenen om graankorrels te worden (spicas) en geen doornen (spinas). De nieuw gedoopten zijn jonge scheuten in de velden van de Heer, die moet worden besproeid door de fontein van de Wijsheid, om te worden doordrenkt met het licht van de Gerechtigheid.

Laten wij proberen iets te ervaren van de vreugde en ijver van de bekeerlingen in onze deelname aan de Heilige Mis.

Een Kerk-brede liturgiecatechese zou helpen. Dan wordt de Heilige Mis gevierd op een manier, dat we erin kunnen verzinken en er uit kunnen groeien, erin kunnen rusten en kunnen worden gevoed door de geheimen die de heilige Sacramenten van de Kerk ons openbaren. De Heilige Mis is geen toneelstuk of gedachtenisviering, maar het is het Leven zelf. Alles wat we doen en zeggen in de Heilige Mis heeft een betekenis, soms openlijk, vaker vervuld. Geheimen zijn nooit geheel te doorgronden en een glimp wordt geopenbaard, aan wie dat waardig wil zijn.

Het Paasoctaaf verlengt voor ons de gelegenheid om te bidden en om het geheim van de Verrijzenis van Onze Heer te gedenken en te aanbidden.

Wij wensen U en de Uwen een gezegende en genaderijke Paastijd.

Resurrexit sicut dixit. Alleluia.


Deze tekst is grotendeels ontleend aan Father John Zuhlsdorf. Wij danken hem van harte voor de toestemming deze tekst in Nederlandse vertaling op dit weblog te publiceren.