zaterdag 27 maart 2021

Gloria, laus et honor tibi sit!



De hymne Gloria, laus et honor tibi sit, werd geschreven door Theodulfus van Orléans.

Theodulfus (* 750/760, +18 december 821) was schrijver, dichter en bisschop van Orléans (798-818) tijdens de regering van Karel de Grote en Lodewijk de Vrome.

Hij werd bisschop van Orleans onder Karel de Grote. Toen Karel de Grote stierf en Lodewijk de Vrome koning werd van het Heilige Roomse Rijk, werd gedurende de machtsstrijd die volgde op de verheffing van Lodewijk, Theodulf uit zijn bisdom verjaagd en onder huisarrest geplaatst in een klooster in Angers. Tijdens zijn verbanning schreef Theodulf de hymne Gloria, Laus voor Palmzondag. Er wordt verhaald dat Lodewijk Theodulf op Palmzondag bezocht en bij het horen zingen van de hymne Gloria laus, zo ontroerd was dat hij de onmiddellijke vrijlating van Theodulf beval en tevens dat deze hymne voortaan altijd op Palmzondag gezongen moest worden.

De hymne had oorspronkelijk negenendertig verzen. De hymne is gebaseerd op Ps 24, 7-10, Ps 118, 25- 26, Matt 21, 1-17en Lc 24, 37-38.

Het Romeinse Missaal gebruikt de eerste zes verzen met herhaling van het refrein voor de palmprocessie op palmzondag om de intocht van Jezus in Jeruzalem te gedenken.

Tot het Tweede Vaticaans Concilie vond de palmprocessie vaak op volgende wijze plaats. Het eerste couplet, Gloria, laus et honor tibi sit Rex Christe, Redemptor, Cui puerile decus prompsit hosanna pium, werd gezongen door de zangers binnen het kerkgebouw (de deur was gesloten) en werd herhaald door het processiekoor buiten het kerkgebouw. De zangers zongen vervolgens het tweede couplet, het koor buiten antwoordde met het refrein van het eerste couplet, en zo volgden de resterende coupletten tot de subdiaken met de voet van het kruis op de kerkdeur stootte, waarna de deur werd geopend, de hymne werd beëindigd en de processie de kerk binnen trok.



Gloria, laus et honor tibi sit, 
rex Christe redemptor:
Cui puerile decus prompsit 
Hosanna pium

Gloria, laus. . . .

Israel tu rex, Davidis 
et inclyta proles:
Nomine qui in Domini, 
rex benedicte, venis

Gloria, laus. . . .

Coetus in excelsis 
te laudat caelicus omnis
Et mortalis homo,
 cuncta creata simul

Gloria, laus. . . .

Plebs Hebraea tibi cum palmis 
obvia venit.
Cum prece, voto, hymnis 
adsumus ecce tibi

Gloria, laus. . . .

Hi tibi passuro solvebant 
munia laudis:
Nos tibi regnati pangimus
ecce melos

Gloria, laus. . . .

Hi placuere tibi; 
placeat devotio nostra
Rex pie, rex clemens, cui 
bona cuncta placent

Gloria, laus, et honor tibi sit, 
rex Christe redemptor,
cui puerile decus prompsit Hosanna pium.

Nederlandse vertaling:

Heerlijkheid, lof en eer zij U,
Koning Christus, Verlosser,
U zong de kinderschaar
een vroom Hosanna toe.

Refrein Heerlijkheid

Vorst van Israël zijt Gij,
Davids roemrijke Zoon.
Gezegende Koning,
die komt in de Naam des Heren.

Refrein Heerlijkheid

Al de hemelse scharen
loven U in den hoge.
Ook de sterfelijke mens
samen met alle schepsels.

Refrein Heerlijkheid

Het Hebreeuwse volk
kwam U met plamtakken tegemoet.
Zie, wij staan voor U
met gebeden en gezangen.

Refrein Heerlijkheid

Aan de vooravond van uw lijden
brachten zij U de verschuldigde eer.
Zie, wij zingen U als onze Koning
een loflied toe.

Refrein Heerlijkheid

Zij hebben U behaagd,
moge onze godsvrucht U behagen:
Goede Koning, vol erbarming,
aan wie alle goeds behaagt.

Refrein Heerlijkheid