vrijdag 21 november 2014

Preek Dr. L.J.M. Hendriks pr. bij onze Conventsmis vanmorgen bij de hernieuwing van de kloostergeloften

Sommige regelmatig terugkerende gebeurtenissen blijven toch altijd een bijzonder karakter houden, omdat ze verwijzen naar iets dat een diepe indruk in ons leven heeft gemaakt. Zonder twijfel hoort de hernieuwing van dit moment waarop we in ons leven definitief voor een bepaalde staat hebben gekozen, bij die bijzondere momenten. Voor mensen die getrouwd zijn, is de herinnering aan hun huwelijksdag ieder jaar bijzonder. Maar voor de mensen die in een religieuze staat zijn getreden, is dit moment nog veel intenser. Want hoe ingrijpend is het, om de stap uit de wereld te zetten, in een zo nabije navolging van Christus dat iemand tot “bruid van Christus” wordt.

Vandaag zijn die geloften hernieuwd, waarmee u deze grote stap hebt gezet, die voor u zo’n grote reden tot vreugde was – en is – en God geve het: ook altijd zal zijn. Bij het allereerste begin zijn de geloften om in armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid trouw te zijn aan Christus en de Kerk nog tijdelijk. Een belangrijke, maar overzichtelijke stap op weg naar een leven dat helemaal aan God weggeschonken wordt. Dan, na een tijdje werden het ‘eeuwige geloften’. Een tijd die een mens niet kan overzien, en die we dan ook blijven volgen door keer op keer die geloften te hernieuwen. In de hernieuwing van de geloften komen als het ware de twee werelden samen: die van de eeuwigheid, waarmee trouw beloofd is aan de Heer. En die van de menselijke maat, waarmee die geloften keer op keer in alle oprechtheid en eerlijkheid, maar in het besef van menselijke zwakheid, hernieuwd worden.

We kunnen ons afvragen hoe een mens ertoe komt om überhaupt geloften af te leggen. Dat is weliswaar een vraag die typisch is voor onze tijd, waarin er bijna niets meer “voor altijd” bestaat, maar het is daarmee tegelijkertijd ook een heel realistische. Kan een mens een dergelijke gelofte waarmaken? En zoals u zich herinnert van de dag van uw professie: ja, dat kan een mens. Een gelofte is daarom zo bijzonder, omdat het een gave van zichzelf is aan God. En de kracht om die gave te kunnen waarmaken, is de grote liefde die een mens in zijn hart kan ervaren. Natuurlijk is ook dát een geschenk van God en niet van ons, maar het stelt de mens in staat om boven zijn normale kunnen en zijn normale beperkte kader uit te kunnen stijgen. Met Gods eigen liefde, kunnen we God beminnen.
Het is die liefde, die erom vraagt om voor altijd te zijn. Het is die liefde die vraagt om trouw: een trouw die onvoorwaardelijk en zonder tijd is. Liefde en trouw zijn termen die ieder mens in het diepst van zijn vezels aanvoelt als de mooie idealen die horen bij een menselijk leven. Het zijn ook de idealen waarmee mensen trouwen, om zich zo helemaal aan de andere weg te schenken. Op dezelfde wijze bent u bruid van Christus geworden. Op dezelfde manier hebt u vanuit een grote liefde trouw beloofd aan Christus en de Kerk. Trouw vraagt erom om ‘voor altijd’ te zijn – dat is het wezen van de trouw en dat is het wezen van de liefde.

Iedere keer bij het hernieuwen van de geloften realiseert u zich dat u die liefde voor de Heer en zijn Kerk nog steeds in het hart draagt. Het is die liefde die ernaar doet verlangen om de geloften te vernieuwen. En zo mag vandaag een dag van grote vreugde zijn. Vreugde omdat het vuur voor God opnieuw oplaait en de trouw hernieuwd wordt.

Vandaag vieren we de gedachtenis van Maria, die in de tempel aan God wordt opgedragen. Zij is het voorbeeld bij uitstek voor de trouwe, liefdevolle en nederige dienstmaagd van de Heer. Als we kijken naar haar voorbeeld – in het bijzonder op deze dag – dan kunnen we dat helemaal samenvatten in het ene woord ‘ja’. In het ene woord ‘ja’ om aan Gods wil en roeping te gehoorzamen en te beantwoorden. Moge de liefde, de trouw en het geloof van Maria de harten van ons allen vervullen. Op die manier wordt onze roeping keer op keer tot een van de mooiste momenten van ons leven.
Moge de goede God, op voorspraak van Maria, volharding schenken om deze weg naar het geluk die God geeft, ook met ijver, trouw en liefde te blijven gaan.


L. Hendriks, pr.