maandag 1 november 2021

De heiligen, onze voorsprekers (Thomas a Kempis) Sluit vriendschap met heiligen

1. Sluit vriendschap met de heiligen
Verzuim niet de voorspraak van de heiligen, die met Christus in de hemel heersen, voortdurend aan te houden; want zoals je ziet, leef je in het dal der tranen en verkeer je  dagelijks tussen vreemden en vijanden en ben je nog ver verwijderd van God in een vreemd land. Beijver je dus zolang je als pelgrim onderweg bent vriendschap te onderhouden met de heiligen en de vrienden van God alsook je bijzondere aan hen te binden, terwijl je de omgang en het spreken met mensen die je geen geestelijk voordeel brengen beter kunt vermijden. De voorspraak van een heilige is beter voor je dan een bezoek van op de wereld georiënteerde vrienden. Christus zal je meer in de stilte vertroosten dan lange gesprekken van vrienden met veel gelach dat bij de maaltijd kunnen doen. Hij die rechtvaardig wil leven bezit een innerlijke vreugde die een zinnelijk ingesteld mens die op het aardse uit is, niet begrijpt. Als je armoede en eenvoud bemint, zal Jezus dikwijls bij je zijn met de heilige Engelen en zal je onzichtbaar en innerlijk met een woord vreugde brengen. Zalig, die zijn genoegen niet bij de mensen zoekt, maar in godgewijde lezing/ lectio divina en aandachtig gebed. Zo kan hij vroom leven en vreugde vinden in hemelse dingen zoals ook de heiligen hebben gedaan, voor wie de zichtbare dingen niets betekenden.

2. Organiseer je leven naar hun voorbeeld
Iedereen is gesteld op zijns gelijken: een consciëntieus ingestelde persoonlijkheid zoekt een ander consciëntieuze persoonlijkheid, een bescheiden mens een bescheiden mens, een heilige een heilige, een ongedurige een ongedurige, een uitgelaten persoon een andere uitgelaten persoon. Verlang je te heersen met de heiligen in de hemel, zo zul je om Godswil veel lijden en je op aarde met de heiligen verootmoedigen; want het is van weinig nut dat je de heiligen met de mond eert, maar hen in je doen weerstreeft. Wil je God en de heiligen aangenaam zijn, beheers dan je zintuigen, breek je eigen wil, trek ten strijde tegen lasterpraat, span je in deugdzaam te leven, overweeg de levens van de heiligen, verdiep je in hun onderrichtingen, opdat je met de heiligen heilig kunt worden, en van hen hulp ontvangt, door hen onderricht, verhoord en gekroond wordt. IJverig naar de hemel verlangen is hen aangenaam, ook het berouwen van je zonden, de beheersing van de tong, het vaste voornemen je te beteren, het verlangen naar vooruitgang, geduld bij droefheid en dankzegging voor ontvangen weldaden.

Welluidend gezang is de heiligen aangenaam, opgewektheid bij het waken, lof- en psalmgezang, belijdenis van zonden/je zonden biechten en gebed om vergeving, het meevieren van de heilige Mis, het vergieten van godsvruchtige tranen bij het gebed en het volmaakt onderhouden van de kloosterregel. Wie lui is en nalaat goede werken te doen, verliest de genade van aandachtige toeleg, is God niet aangenaam, noch bij de Engelen geliefd, maar staat God en alle heiligen tegen. Want wie uit God is, hoort God woord, leest en schrijft graag Gods woord, waakt, bidt en werkt graag, doorstaat graag kritiek, zwijgt en dient God in vreugde. Hij vertoeft graag in de kerk of in zijn cel om spoedig deze of gene heilige aan te roepen en op de knieën om genade te smeken teneinde zijn fantasieën te overwinnen, te weerstaan aan aanvechtingen waardoor hij wordt belaagd, opdat hij door de voorspraak van de heiligen in vrome en goede gesteltenis mag blijven alsmede na de doorstane strijd in dit leven de woning van de eeuwige rust mag bereiken waar alle heiligen met Christus gelukzalig heersen.

3. Vertrouw op hun voorspraak
Het gebed tot de heiligen dat tot hun eer vanuit een goede mening geschiedt zal immers niet tevergeefs zijn. Zij, die zo ijverig voor hun vijanden hebben gebeden toen zij door hun tegenstanders werden gekweld, hoe meer ijverig zullen zij nu voor hun vereerders ten beste spreken opdat deze zich bij hen mogen voegen in de hemelse vreugde. Zij weten immers van hen dat zij zich dagelijks beijveren om God te dienen en onder zuchten en tranen moeite doen het eeuwige leven te verwerven. Heb dus een groot vertrouwen! Roep de heiligen aan! Net als wij waren zij sterfelijke en zondige mensen die zich met vele fouten zagen behept en in aanvechtingen verstrikt. Maar door de genade van God daarvan bevrijd en gerechtvaardigd, danken zij nu Christus, die hen uit zoveel kwaad heeft gered.

Uit Thomas a Kempis "De disciplina claustralium"